woensdag 19 december 2012

Crisis makelaarswereld

Het NRC publiceerde gisteren een onderzoek naar de status quo in de makelaardij, welke we niet kunnen negeren. Het krantenbericht vindt u hier, de grafische weergave van het onderzoek kunt u hier downloaden.
Ed
-----------
Inschakeling pensioenfondsen als oplossingsrichting - Crisis in de makelaarswereld door stil vallen woningmarkt

Sterke daling van de verkoop
De stagnerende verkoop van woningen is sterk voelbaar bij bedrijven die in Nederland als makelaar optreden. Zo blijkt dat de gemiddelde verkoop van woningen per maand voor de crisis bij 41% van de makelende bedrijven nog 3-6 woningen bedroeg, 17% verkocht toen 7-10 woningen per maand, 17% van de bedrijven verkocht meer dan 10 woningen en slechts 13% verkocht 1 tot 2 woningen per maand. In 2012 is de omzet per maand sterk gedaald. Waar voor de crisis 13% van de bedrijven 1 tot 2 woningen per maand verkocht, nu anno 2012 is dit percentage enorm gestegen tot 48%. 16% van de makelaars verkoopt zelfs op dit moment geen woning, 26% spreekt van 3-6 woningen per maand , 6% noemt 6 tot 10 woningen per maand en 3% geeft aan meer dan 10 woningen per maand te verkopen.

Makelaarsbedrijven hebben het moeilijk
70% van de bedrijfstak makelaars vindt dat de economische situatie van hun bedrijf slechter (37%), dan wel veel slechter (33%) is geworden, 18% spreekt van neutraal, 10% ervaart een betere situatie, 2% spreekt over een veel betere situatie. De bedrijven in de makelaardij schatten voor 50% in dat het onwaarschijnlijk is dat hun bedrijf in de komende paar jaar hun activiteiten moet beëindigen , 23 % kijkt hier neutraal tegen op, 15 % acht het waarschijnlijk en 12% weet het niet.

Pensioenfondsen kunnen doorbraak brengen
Als oplossingsrichting om een doorbraak in de bouw- en woningmarkt te forceren noemt 47% het bij elkaar brengen van pensioenfondsen en banken, zodat die substantieel in woninghypotheken gaan beleggen.  Het aanpakken van scheef wonen wordt door 7% genoemd, 2% geeft als suggestie meer woningen uit de markt halen, 5% heeft geen idee voor een oplossingsrichting en 39% geeft aan te denken aan andersoortige oplossingen. Deze resultaten komen voort uit een uitgebreid onderzoek gedaan onder 5.000 makelaarsbedrijven. Ruim 600 bedrijven reageerden, hierop. Dit onderzoek heeft in de afgelopen twee weken plaatsgevonden op verzoek van NRC Handelsblad en is uitgevoerd door onderzoeksbureau OverheidinNederland.nl.

Rijtjeswoning beter in de markt dan andere categorieën woningen
Een rijtjes woning wordt door makelaars op dit moment door 19% van de makelaars goed (18%), dan wel zeer goed (1%) verkocht, 38% spreekt over een slechte verkoop (30%), dan wel zeer slechte verkoop (8%). 10% zegt hierover geen oordeel te hebben. De verkoop van tweekappers doet het moeilijker in de markt. Een tweekapper wordt door makelaars op dit moment door 9% van de makelaars goed verkocht, 53 % spreekt over een slechte verkoop (41%), dan wel zeer slechte verkoop (12%). 11% zegt hierover geen oordeel te hebben. Uit het onderzoek blijkt, dat de markt voor de vrijstaande woning nog meer onder druk staat dan de tweekapper woning. Een vrijstaande woning wordt door makelaars op dit moment door 6% van de makelaars goed (5%), dan wel zeer goed (1%) verkocht, 71 % spreekt over een slechte verkoop (42%), dan wel zeer slechte verkoop (29%). 8% zegt hierover geen oordeel te hebben. Ook de verkoop van appartementen staat onder druk. Een appartement wordt door makelaars op dit moment door 5% van de makelaars goed verkocht, 69% spreekt over een slechte verkoop (36%), dan wel zeer slechte verkoop (33%). 7% zegt hierover geen oordeel te hebben.

Makelaars over hypotheekrente, startersleningen en scheef wonen
Desgevraagd reageren makelaars op een aantal maatregelen , zoals die onlangs zijn opgenomen in het regeerakkoord. Hun opvatting over de hypotheekrente is duidelijk verschillend. Hun opvatting over de starterslening en het scheef wonen is redelijk eensgezind. Zo is 49% van de makelaars het eens (38%) dan wel zeer mee eens (11%) met de stelling dat de hypotheekrente voor iedereen beperkt moet worden, 16% reageert neutraal en 35% is het hiermee oneens (19%), dan wel zeer mee oneens (16%). 86% van de makelaars is het eens (41%) dan wel zeer mee eens (46%) met de stelling dat het aantal startersleningen moet worden uitgebreid, 7% reageert neutraal en 6% is het hiermee oneens (3%), dan wel zeer mee oneens (3%). 80% van de makelaars is het eens (45%) dan wel zeer mee eens (35%) met de stelling dat een huurverhoging voor scheefhuurders moet plaatsvinden, 11% reageert neutraal en 9% is het hiermee oneens (5%), dan wel zeer mee oneens (4%).

Voorstel voor prijsverlaging vaak aan de orde
Om de verkoop te stimuleren en de prijs meer aan te passen aan nieuwe marktverhoudingen zegt 91% regelmatig tegen hun klanten dat ze de verkoopprijs van hun woning moeten verlagen, 5 % doet dat niet en 4% maakt dat niet vaak mee. Dat advies wordt door 90% van de klanten soms wel, soms niet opgevolgd, 8% volgt dat advies altijd op.

Nieuwe producten moeten tij keren
39% van de makelende bedrijven biedt andere producten/concepten aan om het tij te keren, 34 % doet niets speciaals, 2% verlaagt hun tarieven en 25% heeft andersoortige oplossingen. Op de vraag wat makelaars van de lokale politiek verwachten komt een lading van ideeën. Daarnaast verwacht ruim eenderde van makelaars weinig tot niets van de lokale politiek.

Woningen voor expats biedt nog steeds groeikansen
Desgevraagd blijkt dat 34% van de bedrijven waarin makelaars werkzaam zijn ook woningen aan expats verhuurt, 66% doet dat niet. De markt voor verhuur van woningen voor expats is sinds de woning crisis volgens de makelaars minder geworden (39%) , gelijk gebleven 24%, dan wel gegroeid 31%, waarvan 24% spreekt van een beetje gegroeid en 7% van enorm gegroeid. 5% geeft aan dat hun markt in deze categorie volkomen verdwenen is.

Kenmerken van makelend Nederland
Degenen die gereageerd hebben op de onderzoeksvragen zijn in meerderheid mannen (82%), hebben voor 37% een eigen vastgoedportefeuille en hebben in overgrote meerderheid op de VVD gestemd bij de laatste verkiezingen (66%). 65% van de makelaars heeft een leeftijd tussen de 36 en 55 jaar, 11% is jonger en 24% ouder. 75% van de bedrijven is langer dan 10 jaar werkzaam in de branche, 18 % 5 tot 10 jaar en 7 % korter dan 5 jaar. 59% is werkzaam in het bedrijf als enige makelaar, 41% met twee of meer. In de categorie twee of meer is 80% werkzaam met 2 of 3 makelaars, 14% met 4 of 5 makelaars, 4% met 6 tot 10 makelaars en 2% met meer dan 10 makelaars. 84% van de makelaars die de enquête beantwoord heeft, is lid van een brancheorganisatie. Daar van is 66% lid van de NVM, 19% van VBO en 13% van VastgoedPRO.

maandag 17 december 2012

Initiatief vlot trekken woningmarkt

Ik ontving een mail van collega Mark Thunnissen over zijn schrijven aan minister Blok, een idee om de woningmarkt weer vlot te trekken.  En de reactie daarop.Omdat (bijna) elk iniatitief wat genomen wordt een podium verdient, heb ik collega Thunnissen gevraagd of hij het op prijs stelt zijn plan te bloggen. Bij deze dus, dank je wel Mark!
-----------
Geachte heer Blok,

Als bezorgd VVD-lid ben ik in het regeerakkoord helaas géén maatregelen tegen gekomen die een positieve bijdrage zouden kunnen leveren aan het vlot trekken van de woningmarkt en/of het geven van een nieuw impuls aan de bouw. Ik heb in het begin van dit jaar al een idee gelanceerd om de woningmarkt vlot te trekken. Dit idee werd tijdens een debatsessie met de Rabobank, Hurks Bouwbedrijf en woningcorporatie Woonbedrijf als enige echte oplossing gezien van de ideeën die op die avond door de deelnemers en toehoorders naar voren werden gebracht. Het idee komt op het volgende neer.

Fonds
Er dient een woningfonds opgericht te worden. Dit op te richten fonds dient bij de overheid ca. 1-1,5 miljard euro moeten kunnen lenen tegen een rentepercentage met een geringe rente-opslag bovenop de rente van staatsleningen. De door dit fonds te betalen rente zal ca. 2,75% bedragen. Omdat het geld dat de overheid op de kapitaalmarkt leent direkt tegen een hoger percentage aan dit fonds doorgeleend wordt, kost het de overheid geen geld.

Doel
Met dit startkapitaal gaat het woningfonds in heel Nederland woningen opkopen tegen prijzen die variëren van € 125.000,-- tot € 175.000,-- k.k. Afhankelijk van het startkapitaal kunnen op deze wijze zullen ruim 6.000 tot 9.000 woningen worden aangekocht. Stringente voorwaarde bij een aankoop door dit fonds is dat diegene wiens huis aangekocht wordt, verplicht is om in Nederland zelf een nadere woning aan te kopen. Hierdoor wordt het aantal woningtransacties direct weer verdubbeld en naar alle waarschijnlijkheid leidt dit zelfs tot een verdrievoudiging van het aantal transacties.

Actie
De door het fonds aangekochte woningen zullen in de huurmarkt worden gezet, waardoor ook starters op de huurmarkt, die zich om wat voor reden dan ook nog geen koopwoning willen of kunnen permitteren, ook geholpen kunne worden. Indien deze woningen verhuurd worden tegen een rendement van bruto 5% (dat zijn huurprijzen van ca. € 550,-- tot € 750,-- per maand), dan kan dit woonfonds zichzelf bedruipen. Dit plan werkt budgetneutraal!
Systeem
Tegenover de lening van de overheid op de kapitaalsmarkt staat nl. een lening aan het woonfonds met de aangekochte woningen als onderpand. Dit plan geeft mijn inziens een impuls aan de woningmarkt, waardoor het vliegwiel weer in beweging komt. Bovendien heeft dit plan nog de volgende spin-off:
  • Verruiming van de huurmarkt.
  • Extra inkomsten voor de overheid door de 2% overdrachtsbelasting die op iedere verkooptransactie geheven wordt.
  • 21% BTW inkomsten voor de overheid, afkomstig uit alle uitgevoerde werkzaamheden die verband houden met deze woningtransacties (denk aan verhuizers, schildersbedrijven, klusbedrijven, aannemers, tegelzetters, stucadoors, woninginrichters etc.).
  • Veel extra of nieuw werk voor bovengenoemde bedrijven.
En misschien wel het belangrijkste: Een positief signaal vanuit de overheid, dat direct zichtbaar wordt door een groot aantal verkooptransacties en dat géén geld kost. Mocht u nog vragen hebben ten aanzien van het bovenstaande dan sta ik u graag te woord.
Thunnissen Makelaardij o.g. B.V.
--------------
Beste Mark,

Hartelijk dank voor uw mail. In de eerste weken als minister heeft meneer Blok reeds een aantal maatregelen genomen op de woningmarkt. Let wel het gaat om maatregelen die bedoeld zijn om in de context van de ingrijpende doch noodzakelijk maatregelen een aantal klappen op te vangen, overgangsproblemen te verzachten etc. Ook refereert u in uw mail aan de noodzaak tot actie in de bouwsector. Met de instelling van verkenner Dijkhuizen hoopt de minister hier een bijdrage te leveren. Wel is het belangrijk op te merken dat het weer op gang helpen van de bouw nooit vanuit de overheid 'geregeld' kan worden. Tal van (macro) economische factoren spelen hier een rol, die niet te sturen of te beheersen zijn.

Het is goed te zien wat een creativiteit en bereidheid er in de sector zit om mee te denken over het 'vlot trekken' van de woningmarkt. Ook uw idee is daar een voorbeeld van. Lastig aan uw voorstel is dat er nu eerst geld in gestoken moet worden door de overheid. Geld dat er niet is. Sterker nog het bedrag dat u voorstelt is ongeveer 50 a 75% van de financiële opgave waar de sector voor staat. Desalniettemin bevat uw voorstel elementen die wellicht op termijn interessant kunnen zijn. Ik zal uw voorstel daarom zorgvuldig bewaren.

Met vriendelijke groet,
Sophie Hermans - Politiek assistent minister Blok

vrijdag 14 december 2012

Ontwikkelingen woningmarkt

Over economen bestaand mooie gezegden. Economen hebben een gave, achteraf kunnen ze elke crisis voorspellen. Een econoom kan 10 crisissen 13 keer verkeerd voorspellen. Of een econoom kent de prijs van alles, maar de waarde van niets. Of dat een econoom iemand is die het beter weet dan een andere econoom. Volgens mij gaat dat ook op voor de visie op de woningmarkt.

Voorspellingen
Er zijn economen die voorspellen dat de woningmarkt nog vele, zo niet tientallen procenten zal dalen. In volume en in prijs. Maar er zijn er ook die het omgekeerde beweren. Dat ook voor de woningmarkt het vraag en aanbod principe zal gelden. Er wordt steeds minder tot niet gebouwd, de productie is op een naoorlogs dieptepunt. De stagnatie in woonmobiliteit zorg voor een file aan woningzoeker. Immers, 275.000 te koop staande woningen houdt ook in 275.000 woningzoekers. Tenminste, er vanuit gaande dat niet alle aanbieders dood zijn. Want de meeste mensen neigen naar wonen onder een dak, onder vele bruggen is nog zat ruimte vrij.

Of toch niet?
Ik las daarom met belangstelling het artikel van Mathijs Bouman, macro-econoom, in het Financieel Dagblad van afgelopen woensdag. Zijn kijk op de markt, een nieuw herstel waar het vraag en aanbod principe zal gaan spelen en van invloed zal zijn is nuchter en relativerend. Een woning is nou eenmaal geen aandeel wat je even snel aan en verkoopt. Een woning is een instrument, een bezit met een doel. Waarvan tot op heden, door de jaren, zo niet eeuwen heen, op termijn altijd de waarde is gestegen. L'Histoire se répète , waarom zou de woningmarkt de enige uitzondering zijn? Zowel in de geschiedenis als binnen de economische wetmatigheden? Lees hier het artikel van Mathijs Bouman.
TGIF,

Ed

woensdag 12 december 2012

26 prangende vragen over woningfinanciering 2013

Waarde collega,

Als belangenbehartiger van onze leden zorgen wij er voor dat deze altijd zo vroeg mogelijk en zo volledig mogelijk geïnformeerd worden over de markt. Wat er speelt, wat de trends en ontwikkelingen zijn, wat er aan staat te komen. Een individuele professional heeft daar minder mogelijkheden voor dan wij, om te beginnen minder tijd. Over de financiering van woningen per 2013 zijn nog veel vragen, bij velen. Niet alleen bij consumenten, ook bij professionals.

Overzicht
Het Ministerie van Financiën is zo klantvriendelijk om een overzicht hiervan ter beschikking te stellen, met daarin de 26 meest voorkomende vragen. Nu weet ik niet of u dit overzicht al heeft gekregen, dus is dit feuilleton een mooie plaats om deze toch nog even onder uw aandacht te brengen. Doe er uw voordeel mee,

Ed
-----------------
 ALGEMEEN
1. Wat gaat er veranderen voor de koper van een huis?
De hypotheekrente blijft aftrekbaar, maar vanaf 1 januari 2013 moeten nieuwe hypotheken in maximaal 30 jaar volledig en ten minste annuïtair worden afgelost om in aanmerking te komen voor hypotheekrenteaftrek.

2. Wanneer gaan de verschillende maatregelen in?
Per 1 januari 2013

3. Op welke wijze wordt aflossing gestimuleerd voor bestaande hypotheken?
Niet fiscaal. Maar mensen kunnen de netto financiële lasten van hun bestaande hypotheek wel verminderen door erop af te lossen. Tevens zullen bestaande gevallen, zeker in het geval de waarde van de woning lager is dan de op de woning rustende schuld, in toenemende mate een prikkel voelen om te gaan sparen voor aflossing. Op die manier kunnen zij een potentiële restschuld verkleinen/voorkomen hetgeen de eigen mobiliteit op de woningmarkt ten goede komt.

4. Ik heb nu een aflossingsvrije hypotheek. Moet ik nu gaan aflossen, en wat betekent dat voor mijn maandlasten?
Nee, u hoeft niet af te lossen omdat uw hypotheek voor 1 januari 2013 afgesloten is. Als vanzelfsprekend kunt u wel besluiten om op vrijwillige basis – binnen de grenzen van uw hypotheekcontract – jaarlijks boetevrij een deel af te lossen waardoor uw rentelasten zullen verminderen.

5. Maar leidt het verschil in behandeling tussen bestaande en nieuwe situaties tot ongelijke situaties?
Deze gevallen zijn niet met elkaar te vergelijken. Mensen die in 2012 al een lening voor hun woning hebben afgesloten zijn langdurige financiële verplichtingen aangegaan die niet op korte termijn en zonder additionele kosten kunnen worden omgezet. Daarnaast hebben bestaande gevallen bij aanvang, met in achtneming van hun eigen financiële situatie, een inschatting gemaakt van de netto-maandlasten die zij gedurende de looptijd kunnen dragen op basis van de huidige fiscale regelgeving. Indien daarop nu een inbreuk zou worden gemaakt kunnen groepen burgers krap komen te zitten. Door het voorstel wordt dat voorkomen. Overigens is het niet zo dat bestaande gevallen niets merken van de voorgestelde maatregelen. Zij ervaren immers een waardedaling van hun eigen woning.

6. Waarom wordt de hypotheekrenteaftrek niet afgeschaft?
De hypotheekrenteaftrek is een wezenlijk onderdeel van het beleid om het eigenwoningbezit te bevorderen. Eigenwoningbezit kan bijdragen aan het opbouwen van eigen vermogen en daarmee aan de zelfredzaamheid van burgers. Het kabinet is van mening dat het eigenwoningbezit structureel moet worden gestimuleerd en is om die reden geen voorstander van afschaffing van de hypotheekrenteaftrek. Het kabinet is wel van mening dat de hypotheekrenteaftrek beter moet worden ingepast in het beleid gericht op het beperken van de risico’s van hoge hypotheekschulden.

7. Zijn de huidige plannen geen boete op verhuizen?
Nee, want de fiscale behandeling van bestaande hypotheken blijft nog de hele looptijd zoals deze nu is (bestaande verwachtingen worden geëerbiedigd). Een verhuizing brengt daar in beginsel geen inbreuk op. Bovendien kan bij nieuw lenen (of extra bijlenen) nog steeds hypotheekrente worden afgetrokken, mits maar aan de aflossingseisen wordt voldaan.

8. De huizenprijzen zullen hier zeker door dalen, waardoor de woningmarkt nog verder op slot raakt. Verwacht u dat ook?
Het kabinet poogt met dit wetsvoorstel, en de andere maatregelen op de huur- en koopmarkt, de woningmarkt langdurige zekerheid te bieden. Het is belangrijk voor het herstel van vertrouwen op de woningmarkt. Juist dat herstel van vertrouwen is belangrijk voor de mobiliteit op woningmarkt en het van het slot halen van de woningmarkt. Uiteraard spelen meerdere elementen een rol. Ook bijvoorbeeld de stand van de economie, het consumentenvertrouwen en de situatie op de financiële markten spelen een rol. Het CPB en De Nederlandsche Bank zien het voorgestelde pakket als een positieve stap voorwaarts.

9. Wat gebeurt en nu met de overdrachtsbelasting?
Het overdrachtsbelastingtarief voor woningen bedraagt inmiddels permanent 2 procent.  Voor niet-woningen blijft het tarief 6%.

OVERGANGSRECHT (RENTEAFTREK)
10. Wanneer is er sprake van een nieuwe hypotheek? (Is dat na afloop van een bestaande hypotheek, of bij aangaan van een eerste hypotheek, of bij extra bijlenen?)
De hypotheekrenteaftrek blijft voor bestaande hypotheken onveranderd. Ook verandert er niets ten aanzien van de aan de bestaande hypotheek gekoppelde spaar- en verzekeringsproducten. Bij het oversluiten van een bestaande hypotheek (bijv. naar een andere hypotheekverstrekker) verandert er niets aan de renteaftrek, als er geen extra bedrag wordt bijgeleend. Bij het ophogen van de hypotheek, bijvoorbeeld voor een verbouwing, geldt voor het extra bedrag dat de hypotheekrente alleen aftrekbaar is als het bedrag volledig wordt afgelost binnen 30 jaar en ten minste annuïtair.

11. Wanneer mag ik gebruik maken van het overgangsrecht en hoef ik dus niet af te lossen om recht op aftrek te krijgen?
Het overgangsrecht is van toepassing als een belastingplichtige op 31 december 2012 een eigen woning met een daarop rustende eigenwoningschuld heeft. Deze groep hoeft niet af te lossen om een recht op rente-aftrek te verkrijgen. Dat is de hoofdregel.

12. En als je op 31 december 2012 geen eigenwoningschuld hebt, val je dus niet onder het overgangsrecht?
Ja, tenzij je gebruik kunt maken van één van de drie uitzonderingen. Deze uitzonderingen gelden voor:
  1. belastingplichtigen die op 31 december 2012 geen eigen woning en eigenwoningschuld hebben maar dat in 2012 wel hadden en in 2013 weer zullen hebben (met name gericht op ‘tijdelijke huur tussen twee eigen woningen in’);
  2.  belastingplichtigen die op 31 december 2012 geen eigen woning en eigenwoningschuld hebben maar na 31 december 2012 (en voor 31 december 2021) weer terugkeren in een woning die voor 31 december 2012 laatstelijk een eigen woning is geweest, zonder dat na 31 december 2012 een andere woning als een eigen woning is aan te merken geweest (met name gericht op ‘expats’), en
  3. belastingplichtigen die op 31 december 2012 beschikken over een onherroepelijke schriftelijke koopovereenkomst of een koop-aannemingsovereenkomst die leiden tot een verwerving van de eigen woning in 2013. In deze uitzonderingsgevallen kan ook renteaftrek over een niet-aflossingslening bestaan die in 2013 tot stand is gekomen.
 13. Wat is een onherroepelijke, schriftelijke koopovereenkomst?
Dat is een voorlopig koopcontract dat door koper en verkoper is ondertekend en waarin de reële koopprijs is vermeld. De gebruikelijke bedingen doen niets af aan het onherroepelijk zijn. Dat betekent dat bijvoorbeeld het voorbehoud van financiering op 31 december 2012 nog niet verstreken hoeft te zijn. Dat geldt zelfs voor de driedaagse bedenktijd voor de koper.  Voor de op 31 december 2012 bestaande koop-aannemingsovereenkomst geldt hetzelfde. De eigendomsakte hoeft dus niet voor 1 januari 2013 te zijn gepasseerd noch hoeft voor 1 januari 2013 de hypotheekofferte te zijn geaccepteerd.

OVERGANGSRECHT KAPITAALVERZEKERING EIGEN WONING
14. Wanneer mag ik gebruik maken van het overgangsrecht en wordt mijn aan de eigenwoningschuld gekoppeld spaar- of beleggingsproduct (KEW, BEW of SEW) in box 1 vrijgesteld?
Het aan de eigenwoningschuld gekoppelde spaar- of beleggingsproduct ‘volgt’ als het ware de eigenwoningschuld. Als de schuld onder het overgangsrecht valt. Geldt dat in beginsel ook voor het aan de schuld gekoppelde spaar- of beleggingsproduct.

15. Kan na 31 december 2012 nog een in box 1 vrijgesteld spaar- of beleggingsproduct aan de eigenwoningschuld worden gekoppeld?
Nee, tenzij:  
  1. het spaar- of beleggingsproduct wordt gekoppeld aan een lening die in 2013 tot stand komt en de lening onder het overgangsrecht valt (zie vraag 16);
  2. belastingplichtige gebruik kan maken van de overgangstermijn die loopt tot 1 april 2013.
 16. Voor wie geldt die overgangstermijn tot 1 april 2013?
 Voor belastingplichtigen die op 31 december 2012 beschikken over een eigen woning en een eigenwoningschuld. Belastingplichtigen kunnen dus bijvoorbeeld hun aflossingsvrije hypotheek nog omzetten in een (bank)spaarhypotheek. Ook belastingplichtigen die op 31 december 2012 beschikken over een kapitaalverzekering, spaarrekening of beleggingsrecht die voldoet aan de voorwaarden om als KEW, SEW of BEW te worden aangemerkt maar niet formeel is gekoppeld aan de eigen woning, kunnen gebruik maken van deze overgangstermijn. 
Deze kapitaalverzekeringen, spaarrekeningen of beleggingsrechten mogen tot 1 april 2013 worden omgezet in een KEW, SEW onderscheidenlijk BEW. Vanaf het moment van omzetting geldt de box 1 vrijstelling. De kapitaalverzekeringen, spaarrekeningen of beleggingsrechten behoren op 1 januari 2013 wel tot de heffingsgrondslag van box 3

NIEUWE HYPOTHEKEN NA 1 JANUARI 2013
17. Wat betekent dat een nieuwe hypotheek volledig annuïtair moet worden afgelost?
Dat betekent dat in het hypotheekcontract is afgesproken dat de lening gedurende de looptijd van de hypotheek wordt afgelost, waardoor vermogen wordt opgebouwd. Je betaalt elke periode een vast bedrag dat bestaat uit rente en uit aflossing. In het begin van de looptijd betaal je weinig aflossing en veel rente en aan het eind van de looptijd is het precies andersom. Dit betekent dat de hypotheekrenteaftrek steeds minder wordt, zodat de netto maandlasten hoger worden. Na 30 jaar is de hypotheek geheel afgelost.

18. Kan een nieuwe hypotheek nog anders dan annuïtair worden afgelost?
Natuurlijk! De maatregelen zien alleen op de vraag of de betaalde rente in aftrek mag worden gebracht. Er wordt op geen enkele wijze een verbod geïntroduceerd op bepaalde hypotheekvormen. De rente mag in aftrek worden gebracht als de hypotheek gedurende de looptijd ten minste annuïtair in maximaal 30 jaar wordt afgelost naar nihil. Ten minste annuïtair betekent bijvoorbeeld dat een lineaire aflossingshypotheek ook voor renteaftrek in aanmerking komt, omdat je dan méér aflost dan volgens een annuïtair schema. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een annuïtaire (of lineaire) aflossingshypotheek die in minder dan 30 jaar tot nihil wordt afgelost, ook voor renteaftrek in aanmerking komt (al is er dan wel minder dan 30 jaar renteaftrek).

19. Wat betekent het akkoord voor starters?
Starters profiteren in het geval van annuïtair aflossen juist in de eerste jaren nog volop van de hypotheekrenteaftrek (in het eerste jaar geldt - uitgaande van een hypotheekrentepercentage van 5% - nog circa 98,5% van de aftrek, na vijf jaar nog circa 92%). Hierdoor zullen de netto-woonlasten voor een starter (een nieuw geval) in de eerste jaren nauwelijks toenemen in vergelijking met een bestaand geval met een 100% spaarhypotheek. Indien wordt vergeleken met een aflossingsvrije hypotheek of een hypotheek die conform de minimumeisen in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen bestaat uit twee delen (50% aflossingsvrij en 50% spaarhypotheek) is er uiteraard sprake van een grotere stijging van de netto-maandlasten.

Hier staat wel tegenover dat voor deze laatstgenoemde groepen geldt dat aan het einde van de 30-jaarsperiode nog een (deel van de) schuld resteert. Die schuld moet ook na de 30-jaarsperiode nog steeds worden gefinancierd, ook al is deze schuld na dertig jaar inflatie in reële termen (aanzienlijk) minder waard dan bij aanvang van de hypotheek. De beperking van het fiscale voordeel kan leiden tot lagere prijzen. Dit is nadelig voor zittende eigenwoningbezitters en kan ervoor zorgen dat meer eigenwoningbezitters een hogere lening hebben dan de waarde van hun woning. Lagere prijzen, al dan niet als gevolg van deze hervorming, zijn daarentegen in het voordeel van koopstarters. Vanwege het voorgaande en dankzij de permanente verlaging van het overdrachtsbelastingtarief voor woningen hoeven starters minder te lenen om hetzelfde huis te kunnen kopen.

Dit dempt derhalve het effect van de hogere netto-maandlasten. Overigens is momenteel de betaalbaarheid van woningen al beter dan in vele jaren het geval is geweest. Ten slotte blijven Startersleningen van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) ook in 2013 aantrekkelijk. In 2013 wordt naar een structurele oplossing gezocht voor deze Startersleningen.

RESTSCHULDEN
20. Waarom kon rente over een restschuld niet worden afgetrokken?
Een restschuld wordt kort gezegd niet aangegaan ter verwerving, onderhoud of verbetering van een eigen woning. De schuld is aangegaan ter zake van de verwerving, onderhoud of verbetering van de vorige eigen woning. Dat is fiscaal geen eigen woning meer, waardoor de restschuld een onderdeel vormt van de heffingsgrondslag in box 3.

Het vorige kabinet heeft stappen genomen om de restschuldproblematiek structureel te verkleinen. Dit kabinet zet dit beleid voort. Desalniettemin stelt het kabinet vast dat deze structurele maatregelen op korte termijn geen verlichting beiden aan een kwetsbare groep op de woningmarkt. Daarom wordt toegestaan dat mensen wier restschuld ontstaat in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017 de rente daarover mogen aftrekken in box 1. Voor het ontstaan van de restschuld is het moment van vervreemding (veelal het moment van juridische levering) bepalend.

Het kabinet heeft voorgesteld dat de betreffende groep gedurende vijf jaar de rente mag aftrekken. Dankzij de Tweede Kamer is dat een aftrekperiode van tien jaar geworden. Het kabinet, als ook de Kamer, hoopt dat door deze faciliteit een steuntje in de rug ervaren die hun er toe zal zetten de eigen woning, ondanks de restschuld, toch te verkopen. Dat is goed voor de mobiliteit. De regeling is tijdelijk omdat, zoals opgemerkt, door de maatregelen op de koopmarkt uit het begrotings- en het regeerakkoord de restschuldenproblematiek aan belang zal gaan inboeten.

21. Waarom vangt die periode op 29 oktober 2012 aan? Heb je helemaal geen recht op aftrek als de restschuld een dag eerder is ontstaan?
Op 29 oktober 2012 is het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ gepresenteerd. Vanaf dat moment kon kennis worden genomen van het voornemen dat de rente over restschulden tijdelijk en onder voorwaarden zou kunnen worden afgetrokken. Om te voorkomen dat belastingplichtigen tot 1 januari 2013 wachten met de verkoop is er voor gekozen de maatregel per datum openbaarmaking in werking te laten treden. Een voor 29 oktober 2012 ontstane restschuld komt niet in het bereik van de restschuldfaciliteit. De restschuldfaciliteit beoogt immers een maatregel te zijn die burgers, met het oog op de situatie op de woningmarkt, een zetje geeft om de eigen woning ondanks de restschuld te verkopen.

LOAN-TO-VALUE RATIO (MAXIMAAL TE LENEN BEDRAG)
22. Wat betekent ‘loan to value’?
Loan to value betekent de verhouding tussen de hoogte van een lening en de waarde van de woning. Een maximale loan-to-value ratio van 100% betekent dat maximaal 100% van de waarde van een koopwoning mag worden gefinancierd met een lening.

23. Hoeveel kan ik lenen voor een hypotheek?
Op dit moment kun je maximaal 106% van de waarde van een woning financieren met een hypotheek. Dit betekent dat je al begint met een restschuld. Dit is een risico voor de consument en de bank. De maximale loan-to-value ratio zal daarom de komende 6 jaar met kleine stapjes van 1%-punt per jaar worden verlaagd tot 100%.

24. Waarom geen uitzondering op de loan-to-value van 100% voor starters?
De LTV maatregel beschermt kopers tegen het over-financieren van hun eigen woning. Het pakket komt starters tegemoet door:
  1. Overgangsregeling: verlaging van 106% naar 100% wordt verspreid over 6 jaar. Kopers kunnen dus tijdelijk nog een hogere hypotheek krijgen.
  2. OVB blijft op 2% dus er is bij aankoop van een woning minder financiering nodig.
Daarnaast maken de gedaalde huizenprijzen het makkelijker voor starters om in te stappen.

OVERIG
25. Worden er nog andere maatregelen genomen die mensen een extra zetje kunnen geven om te besluiten toch te gaan verhuizen?
De bestaande verhuisregeling waardoor wordt toegestaan dat gedurende drie jaar over twee woningen de rente in aftrek mag worden gebracht, wordt nog een jaar verlengd. Hierdoor wordt, anders dan voorzien, de termijn in 2013 niet teruggebracht van drie naar twee jaar. Belastingplichtigen die in 2013 een nieuwe woning kopen maar hun oude nog niet hebben verkocht kunnen daardoor profiteren van dubbele renteaftrek in het jaar van aankoop (2013) en drie daarop volgende jaren (2014, 2015 en 2016).
  
Als de oude woning na 31 december 2016 nog niet is verkocht, vervalt de aftrek over die woning per 1 januari 2017. In 2014 wordt de driejaarsperiode weer teruggebracht naar de reguliere twee jaars periode. Daarnaast wordt mogelijk gemaakt dat belastingplichtigen hun in box 1 vrijgestelde KEW, SEW en BEW onbelast kunnen afkopen in gevallen waarin sprake is van bijvoorbeeld echtscheiding en schuldproblematiek (bijvoorbeeld bij restschulden). De in de wet vastgelegde minimum inlegtermijnen van 15 en 20 jaar doen daaraan niets af. Beide maatregelen zouden dat extra zetje kunnen betekenen.
  
26. Wat gaat er vanaf 1 januari 2014 gebeuren?
Vanaf 1 januari 2014 wordt het percentage waartegen de hypotheekrente mag worden afgetrokken in 28 stappen van 0,5%-punt verlaagd van 52% naar 38%. Gegeven de huidige tariefstructuur in de inkomstenbelasting krijgen de eerste 20 jaar alleen belastingplichtigen die de hypotheekrente aftrekken tegen het toptarief te maken met de maatregel. Deze maatregel vormt geen onderdeel van het wetsvoorstel herziening fiscale behandeling eigen woning. In de loop van 2013 wordt een wetsvoorstel ingediend.